Wordt Eric Botteghin straks Nederlands international? De discussie is langzaam losgebrand. Dan zou de centrale verdediger van Feyenoord de eerste genaturaliseerde speler in Oranje worden.
“Natuurlijk ben ik gevleid dat mensen daar hardop over praten”, zegt Botteghin in AD Sportwereld. “Ik heb ook een Brazilaans paspoort en een Italiaans paspoort. Dan zal ik er eventueel eentje moeten laten vallen, denk ik, hahaha? Als de bondscoach zou bellen met de vraag… Wat kan ik zeggen? Iedereen wil international worden, ik zou nooit van mijn leven nee zeggen. Maar het is geen kwestie nu, toch?”
“De Braziliaanse bondscoach kijkt niet naar de eredivisie, er lopen overal in Europa sterke Braziliaanse verdedigers rond. Ik zou het zelf wel een uitdaging vinden, maar ik kan er pas iets serieus over zeggen als het echt een kwestie wordt. Bovendien heeft Nederland nog veel meer sterke verdedigers. Het is niet aan mij om te zeggen dat ik daar zomaar tussen zou passen. Maar ik ben heel blij dat mensen zo positief over mij praten.”
Zou Botteghin de stap naar Oranje maken, krijgt hij in Nederland de primeur. In de landen om ons heen spelen al diverse genaturaliseerde Brazilianen. Spanje werd Wereldkampioen met Marcos Senna, Italië vice-wereldkampioen met Thiago Motta en Duitsland had in Kevin Kuranyi een Braziliaan als goalgetter. ELF Voetbal maakte een top 5 van de voorgangers in Europa, maar begint met een speler die Botteghin bijna voor had kunnen gaan.
Douglas (Nederland)
12 januari 1988, Florianópolis
Op 1 maart 2011 werd bekendgemaakt dat Douglas geslaagd was voor zijn inburgeringsexamen. Hiermee voldeed de toenmalige centrale verdediger van FC Twente aan alle voorwaarden om tot Nederlander te worden genaturaliseerd. Op 2 november 2011 kreeg hij van de Enschedese burgemeester Peter den Oudsten het begeerde Nederlands paspoort. Douglas verloor daarmee de Braziliaanse nationaliteit. Op 8 oktober 2012 werd bekend dat Douglas voor de eerste keer bij de definitieve selectie van het Nederlands elftal zat. Nadat hij eerst buiten de selectie werd gelaten, riep Bondscoach Louis van Gaal hem alsnog op voor de interland tegen Andorra. Tot een debuut kwam het echter niet. Tot een nieuwe oproep ook niet.
De top 5:
Diego Costa (Spanje)
7 oktober 1988, Lagarto
In februari 2006 begon de spits aan zijn Europees avontuur bij het Portugese Braga. In juli 2006 werd hij uitgeleend aan Penafiel, dat in de tweede divisie uitkwam. In december 2006 werd hij voor anderhalf miljoen euro verkocht aan Atlético Madrid en klom hij op tot doelpuntenmonster. Op 29 oktober 2013 werd bekend dat hij voor het Spaans voetbalelftal wilde uitkomen. Omdat de twee wedstrijden die hij op dat moment al voor Brazilië had gespeeld allebei vriendschappelijk waren, stond de FIFA deze wissel toe. Costa debuteerde op woensdag 5 maart 2014 in het Spaans voetbalelftal. Op het WK van 2014 was hij ook van de partij.
Luis Oliveira (België)
24 maart 1969, São Luís
De Belgen waren er al heel wat sneller bij. Oliveira kwam op jeugdige leeftijd naar onze zuiderburen, om daar als voetballer geld te verdienen voor zijn familie. Hij vond onderdak bij RSC Anderlecht, waarvoor hij in 1988 debuteerde. Hij weigerde tijdens zijn verblijf bij Anderlecht scholing en vulde zijn dagen met trainen en het vervullen van huishoudelijke taken bij de club. Oliveira werd enkele malen opgeroepen voor het Braliaans voetbalelftal onder 18, maar nam, nadat hij trouwde met een Belgische, de Belgische nationaliteit aan en stapte over naar de Rode Duivels. Hij speelde 31 interlands en scoorde zeven keer.
Eduardo da Silva (Kroatië)
25 februari 1983, Rio de Janeiro
Vlak voor zijn zeventiende verjaardag kwam hij in zijn eentje aan in Zagreb. Hij sprak alleen Portugees en kon moeilijk aarden in het klimaat van Kroatië, wat totaal anders is dan dat van zijn thuisland. Maar het werd zijn springplank voor een mooie Europese carrière. In 2004 werd Eduardo met een versneld proces Kroaat en werd hij voor het eerst opgeroepen voor het nationale team onder de 21. Hij speelde mee in de kwalificatiewedstrijden voor het EK onder de 21 van 2004 en in het kampioenschap zelf in Duitsland. Eduardo werd daarna ook opgeroepen voor het nationale A-team door Zlatko Kranjčar. Zijn debuut was een vriendschappelijke wedstrijd tegen Ierland op 16 november 2004. De oud-spits van Shakhtar Donetsk en Arsenal kwam tot 64 interlands. Daarin scoorde hij 29 keer.
Thiago Motta (Italië)
28 augustus 1982, São Bernardo do Campo
Motta maakte zijn debuut in het Braziliaans voetbalelftal op de CONCACAF Gold Cup van 2003. De Goddelijke Kanaries namen destijds met een reserveteam deel aan het toernooi zonder de gebruikelijke sterren als Ronaldinho, Ronaldo en Rivaldo. Op 13 juni speelde Motta zijn eerste interland tegen Mexico als invaller voor Ewerthon na 54 minuten. Twee dagen later speelde hij tegen Honduras zijn tweede en laatste wedstrijd voor Brazilië. Ditmaal verving hij na 55 minuten Robinho. In het voorjaar van 2012 nam hij de Italiaanse nationaliteit aan. Motta nam met Italië deel aan het EK 2012 in Polen en Oekraïne, waar de finale werd bereikt. Hij is nog steeds international.
Roger Guerreiro (Polen)
25 mei 1982, São Paulo
Guerreiro liet zich in 2008 naturaliseren tot Pool en werd door bondscoach Leo Beenhakker direct opgenomen in de nationale ploeg. Op het EK in Oostenrijk en Zwitserland vervulde hij een belangrijke rol op het middenveld. Een stofzuiger. Guerreiro, die van 2006 tot 2009 bij Legia Warschau speelde, was goed voor 25 interlands. Hij maakte vier goals.