
Feyenoord leed afgelopen zondag de tweede nederlaag op rij in de Eredivisie. Nadat eerder PEC Zwolle met 2-1 te sterk was, nam FC Twente zondagmiddag de drie punten mee naar Enschede. De ruime overwinning van de Tukkers (1-4) dompelde Feyenoord volgens veel media in een ‘diepe crisis’. Maar degene die de laatste weken echt uit vorm lijkt, is trainer Ronald Koeman.
Tekst: Michael Dreessen
Of er werkelijk sprake is van een crisis zullen de komende duels moeten uitwijzen. Natuurlijk, het spel van Feyenoord tegen Zwolle was niet om aan te zien. Ook tegen FC Twente was het bij vlagen bar en boos. Maar tot de rode kaart van Jordy van Deelen en de penalty die de 1-2 voor FC Twente inluidde, was er ook weer niet heel veel aan de hand. Dat de ploeg van Alfred Schreuder uiteindelijk uitloopt naar 1-4, kan een keer gebeuren, zeker als je twee strafschoppen tegen krijgt en de oplopende achterstand met negen man (Stefan de Vrij kreeg ook rood) moet wegpoetsen.
Ik vind het daarom erg vroeg om van een ‘diepe crisis’ te spreken zoals het AD doet, hoewel het spel inderdaad een stuk beter zal moeten worden en er uiteraard punten verdiend moeten worden. De hamvraag is wat mij betreft niet of er momenteel al dan niet sprake is van een crisis (immers, mocht Feyenoord volgende week een zege boeken in Amsterdam, dan is de lucht ineens weer geklaard; Co Adriaanse noemde dat opportunisme ooit ‘scorebordjournalistiek’), maar meer wat Koeman gaat doen om een eventuele crisis in ieder geval te verijdelen. De oefenmeester lijkt momenteel namelijk zelf de grootste vormcrisis te hebben.
Waar Koeman tijdens zijn eerste seizoen voortdurend de geniale oplossingen uit de hoge hoed wist te toveren, pakken zijn keuzes en uitspraken dit seizoen tot dusver erg ongelukkig uit. Zo kreeg Jordy Clasie tijdens het trainingskamp in Italië van Koeman te horen dat hij moest vrezen voor zijn basisplaats. De middenvelder, die een slechte wedstrijd vaak compenseert door veel energie in een wedstrijd te steken, maakte vervolgens een geagiteerde indruk tijdens de training in Italië. De trainer wilde de boel op scherp zetten, maar het leek en lijkt averechts te werken. Dat juist Clasie de laatste wedstrijden matig speelt, kan dan ook bijna geen toeval zijn.
Aanvoerder Stefan de Vrij werd na de wedstrijd tegen PEC openlijk een gebrek aan pit verweten. Het is allesbehalve chique van Koeman om die kritiek in de openbaarheid te uiten. Iedereen had ineens een mening over die opmerking. De vraag was vervolgens of De Vrij wel meedogenloos genoeg was om in Oranje te kunnen spelen. Het verbaasde mij dan ook niet dat De Vrij tegen Twente twee gele kaarten pakte in een wanhopige poging om hard in plaats van ‘lief’ over te komen.
Als klap op de vuurpijl trad Koeman onlangs ook nog eens naar buiten over het gebrek aan professionaliteit binnen de organisatie. Koemans prullenmand werd maar één keer per drie dagen geleegd en de selectie moest een ‘gevaarlijke’ weg oversteken om het trainingscomplex te bereiken. Wederom niet zo netjes en allerminst handig om dat in de media te uiten. Het zorgt voor de nodige onrust binnen de club.
Ook bij de opstelling en het wisselbeleid kunnen vraagtekens worden geplaatst. Tegen PEC begon Feyenoord met Ruud Vormer in de basis ten koste van talent Tony Vilhena, waardoor het ontbrak aan creativiteit en voetballend vermogen op het middenveld. Sekou Cissé mocht tegen FC Twente beginnen, maar was het hele duel onzichtbaar en viel slechts op door zijn slechte passes en gebrek aan inzet. Het is bijna niet te verkopen dat een speler die zo vaak zijn kansen heeft gehad én verprutst toch nog krediet lijkt te hebben – zij het dat het alternatief, John Goossens, tegen PEC ook onzichtbaar was.
Tegen Twente wisselde Koeman ook nog eens Ruben Schaken voor Vormer toen de ploeg de tweede rode kaart geïncasseerd had. Onbegrijpelijk dat de voorhoedespeler met de meeste snelheid en dreiging het veld moest ruimen, terwijl het meer voor de hand lag Graziano Pelle te wisselen. Pelle kan weliswaar een bal vasthouden, maar erg functioneel is dat niet in de middencirkel; zeker niet als de rest van de ploeg niet aansluit. Schaken had in de counter voorin wellicht nog iets kunnen uitrichten.
Het gevolg van deze keuzes en uitspraken is dat zowel de spelers als de leiding binnen Feyenoord beginnen te morren, terwijl de club, mede gelet op het hoge verwachtingspatroon, juist gebaat is bij rust. Koeman zou dat met al zijn ervaring moeten weten. Of het spook van een crisis boven De Kuip gloort, zal afhangen van de vraag of de coach de komende weken in staat is wel de juiste keuzes te maken en of hij zijn spelersgroep bij tegenspoed in bescherming neemt tegen de buitenwacht in plaats van afvalt. Met andere woorden: als Koeman het voor elkaar krijgt zijn vormcrisis te boven te komen, volgen beter spel en de punten vanzelf.
Voetbal Centraal