Feyenoord had afgelopen zondag de koppositie voor het grijpen. De ploeg van trainer Ronald Koeman moest daarvoor wel eerst thuis langs Heracles Almelo. Die missie liep uit op een deceptie: er werd met 1-2 verloren. Als Feyenoord échte titelaspiraties heeft, wordt het tijd dat de Feyenoorders uitgroeien tot volwassen kerels.
Tekst: Michael Dreessen
Vorige week hadden PSV en Ajax met FC Groningen respectievelijk FC Twente loodzware uitwedstrijden voor de boeg. Alle reden dus voor Feyenoord om een goed resultaat neer te zetten tegen Go Ahead Eagles. De Rotterdammers faalden jammerlijk in de afronding van de vele kansen die werden gecreëerd, waardoor de Deventenaren een punt overhielden aan het duel (2-2). Het heeft er alle schijn van dat Feyenoord lijdt aan plankenkoorts.
De wedstrijd tegen Heracles was amper een minuut oud toen Graziano Pellè met drie ploeggenoten ontsnapte aan de Almelose buitenspelval. De Italiaanse spits, die normaliter met scherp schiet, had alle tijd van de wereld om doelman Remko Pasveer te verschalken of af te leggen op één van zijn vrijstaande ploeggenoten, maar werkte de bal naast het doel – een prestatie op zich. In de slotfase van de wedstrijd incasseerde Pellè rood nadat hij een kopstoot had uitgedeeld. Gedrag dat past bij een gefrustreerde B-junior als het in het veld allemaal niet wil lukken.
Naarmate de wedstrijd vorderde, zakten ook andere Feyenoorders hopeloos door het ijs. Stefan de Vrij leverde de bal verschillende keren in bij Pasveer, Samuel Armenteros wist zelden een ploeggenoot met een voorzet te bereiken en Tony Vilhena slaagde er niet in een behoorlijke combinatie op te zetten, doordat hij de bal voortdurend in de voeten van een tegenstander speelde. De Rotterdammers lijken niet met druk om te kunnen gaan, want Feyenoord laat het keer op keer afweten als de verwachtingen toenemen.
Deze keer speelde het vooruitzicht van de koppositie Feyenoord parten. Gaandeweg het duel verstijfde de overwegend jonge ploeg, zat er nauwelijks nog beweging in het elftal en was uiterst zwak positiespel het logische gevolg. De jongelingen kunnen zich inmiddels echter niet meer verschuilen achter hun jeugdigheid. Spelers als De Vrij, Bruno Martins Indi, Jordy Clasie en Vilhena spelen al jaren in de hoofdmacht van Feyenoord en hebben bovendien de nodige ervaring als international opgedaan. Zij zouden de kar nu moeten trekken en met de druk om moeten kunnen gaan.
Als Feyenoord mee wil spelen om de titel, dan zullen de spelers (Pellè, maar ook de ‘jonkies’) hun verantwoordelijkheid moeten nemen. Jeugdigheid dient een pas op de plaats te maken voor volwassenheid. In de top worden de mannen van de jochies onderscheiden. Kwaliteit zal aan het eind van de rit het verschil maken. En ook volwassenheid is een kwaliteit.
