Zondag spelen Ajax en Feyenoord in de ArenA tegen elkaar in een Klassieker die waarschijnlijk bepalend zal zijn voor de landstitel. De grote rivalen speelden een kleine tweehonderd wedstrijden tegen elkaar. Hieronder een hele speciale.
Anders dan dit seizoen stonden Ajax en Feyenoord tegenover elkaar. Weliswaar was ook dat een rechtstreeks gevecht in het seizoen 2000/2001, maar dan niet om het kampioenschap, maar om de strijd om plaats twee. Het werd het duel van de antihelden. De tos was nog voor de Rotterdammers, maar verder heersten de manschappen van Co Adriaanse in de eigen Amsterdam ArenA voor de rust.
Shota Arveladze schoot binnen acht seconden al op het doel van Jerzy Dudek. Zonder succes. De spits zou dat echter nog drie keer wél met succes doen en maakte alle goals van Ajax. Twee van die treffers waren bovendien wonderschoon. Maar de hoofdrol van de middag ging naar David Connolly. De spits had al vroeg in de wedstrijd zijn galavoorstelling geopend (0-1).
De Ier speelde uitgerekend tegen Ajax zijn enige écht goede duel in dienst van Feyenoord. Niet voor niets produceerde hij die middag bijna de helft van zijn volledige doelpuntenproductie in de Eredivisie namens Feyenoord. Al had het er geen moment schijn van dat het zou leiden tot een zege. Ajax dicteerde, de watervlugge antiheld Pius Ikedia blonk uit, zelfs de Messi-achtige solo’s van Abubakari Yakubu lukten, maar Ajax verzuimde de 2-1 voorsprong uit te bouwen.
,,4-4 was voor alle partijen een juistere afspiegeling geweest”, treurde coach Co Adriaanse dan ook na het duel. Want hij zag dat door het inbrengen van Leonardo de wedstrijd volledig kantelde. De Braziliaan legde enorm veel risico’s in zijn acties, maar veelal met succes. Hij was verantwoordelijk voor de gelijkmaker.
Zo werd het daadwerkelijk het duel der antihelden. Grootverdiener Connolly presteerde op dit duel na alleen bij Excelsior in Rotterdam; de voor de omkeer zorgende Leonardo zou zijn grote belofte nooit waarmaken in De Kuip. Maar ze piekten in dit geval op het juiste moment: Feyenoord was door de 3-4 winst zo goed als zeker van de tweede plaats. Helaas voor de Rotterdammers was dit ook bijna enige piekmoment in dienst van Feyenoord van het duo.
Voor Ajax was de derde plaats in de Eredivisie wel een verbetering van de rampzalige zesde en vijfde plek van de seizoenen daarvoor, nog altijd het slechtste en op een na slechtste resultaat van de laatste vijftig jaar. Het echte herstel vond een jaar later pas plaats: het seizoen waarin de Amsterdammers de landstitel en de beker pakten. En Feyenoord de UEFA Cup won. Zonder antihelden, met helden.
Ajax 3-4 Feyenoord:
‘7. Connoly 0-1
’12. Arveladze 1-1
’18. Arveldadze 2-1
’61. Leonardo 2-2
’66. Connoly 2-3
’73. Tomasson 2-4
’84. Arveladze 3-4
Scheidsrechter:
Jol
Ajax:
Grim, Yakubu, Pasanen, Chivu (Van der Vaart/80), De Cler, Galasek, Vab der Gun(Van der Meyde/46), Witschge, Ikedia, Arveladze, Wamberto (Machlas/76).
Feyenoord:
Dudek, Emerton, Van Gobbel, De Haan (Gyan/62), Tininho, Van Wonderen, Paauwe, Kalou (Van Gastel/87), Tomasson, Connoly, De Visser (Leonardo/46).