Stefan de Vrij heeft een rumoerige tijd achter de rug bij Feyenoord. De Feyenoorder raakte zijn aanvoerdersband kwijt, werd door zijn club berispt voor het stiekem volgen van privétrainingen en raakte bij het Nederlands elftal zijn basisplek kwijt. Tegenover Voetbal International blikt hij terug op ‘geen fijne maanden’.
“Laat ik vooropstellen dat het moeilijk is voor mij om dit allemaal goed uit te leggen, want dan moet ik uit de school klappen over zaken die intern zijn gebeurd en besproken en ik ben nog steeds iemand die dat nooit zal doen”, opent De Vrij. “Laat ik het dan maar zo zeggen: een jaar geleden was ik anders met deze onrust omgegaan. Toen had ik veel meer laten gebeuren, had ik veel meer geslikt. Dit keer heb ik met iedereen alles intern goed uitgesproken.”
“Qua persoonlijkheid kan ik nog steeds wel stappen maken, maar ik heb wel gezegd, eerlijk en open, hoe ik over de dingen denk. Ik heb mijn eigenwaarde behouden, zonder dat het heel vervelend werd. Dat zie ik als winst”, vervolgt de centrumverdediger. “Ik weet nu dat ik maar beter open kan zijn. Dus toen ik de aanvoerdersband kwijtraakte, heb ik daarover veel gesproken met vrienden en familie. Ik hield de teleurstelling, want dat was het wel, niet meer alleen voor mezelf. Wat ik zeg: dat is best lekker., want dan ben je er ook maar vanaf, kun je er een streep onderzetten en weer doorgaan.”
