Feyenoord liet tegen PEC Zwolle geen moment zien waarom het vorig seizoen op de derde plaats eindigde. Vooral in defensief opzicht ging het nodige mis, weet ook clubicoon Willem van Hanegem.
”Van Ronald Koeman had ik begrepen dat hij met Feyenoord iets anders wilde gaan spelen dan vorig jaar. Hij wilde meer voetbal zien. Ik vond dat een loffelijk streven. Ik snapte daarom wel dat Martins Indi in het defensieve centrum kwam te spelen”, zegt de beroemde columnist in het Algemeen Dagblad.
”Maar dat Goossens in de basis stond en Vilhena niet, begreep ik een stuk minder”, vervolgt Van Hanegem. ”Maar wat doet het ertoe? Als je de competitie begint zoals de Feyenoorders deden, ben je dat mooie shirt niet waard.”
”Ik ben vooral afgeknapt op het centrale duo achterin. Het is het duo dat in het Nederlands elftal dezelfde rol zou moeten spelen. Nou, dan gaan we mooi voor gek staan in Brazilië als die jongens zich niet snel verbeteren. Ik heb het vaak voor Martins Indi opgenomen, maar die was verschrikkelijk slecht tegen Zwolle”, zegt ‘de kromme’ zonder omhalen.
”Hij liep maar en liep maar, holde met de bal aan de voet zijn eigen spelers voorbij en passte maar weer terug als hij het na vijftig meter niet meer wist. Wat hebben die gasten in de voorbereiding met elkaar gedaan? Kan iemand me dat vertellen?”
”De Vrij, wat word ik moe van die jongen na de wedstrijd”, moppert Van Hanegem verder. ”Altijd maar weer het verhaal dat ze niet genoeg gebracht hebben, dat ze de ballen niet kwijt konden. Hij moet maar eens een tijdje voor de spiegel gaan staan en dan dezelfde teksten uitslaan, dan krijgt hij vast door hoe irritant dat elke keer klinkt.”
”Ik blijf ervan overtuigd dat Feyenoord één van de titelkandidaten is, maar dan moet de club en dan moeten de spelers dat wel willen uitstralen. Naar wat ik begrijp, wil men bij Feyenoord druk wegnemen en niet te veel verlangen van die jongens. Ik vind dat echt verkeerd. Je moet juist de druk verhogen, ze moeten weten dat ze voor een grote club spelen.”
”Dan mag je best een keer zenuwachtig zijn en eens wat minder spelen, maar je moet wel weten dat in Rotterdam alleen de titel telt. Zo moeten die jongens opgevoed worden, het zijn geen kasplantjes, maar dat maak je ervan als je hen niet harder begeleidt. Dan zetten ze de laatste en beslissende stap niet”, aldus de oud-trainer van Feyenoord.
